Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong op de groep stellen je voor de uitdaging om activiteiten te zoeken die tegemoet komen aan hun leerbehoefte.

Het boek SPEELGOED van Jan de Lange en Els Feijs laat zien dat je daar lang niet altijd bijzondere of dure materialen voor nodig hebt. Je kunt een activiteit ook uitdagend maken door de begeleiding die je biedt.

Neem nou bijvoorbeeld kralen rijgen. Alles wat je nodig hebt is op de meeste peutergroepen wel aanwezig: een pot of bak met grote kralen in verschillende vormen en kleuren en een veter. Meestal zal de pot op tafel komen met het idee dat deze activiteit goed is voor het stimuleren van de fijne motoriek. Bovendien leren kinderen spelenderwijs de kleuren en vormen van de verschillende kralen herkennen en benoemen.

Maar er speelt meer

Als kinderen de techniek van het rijgen onder de knie hebben en vertrouwd zijn met de verschillende kleuren en vormen kun je de aandacht richten op de patronen die ontstaan als je de kralen in een bepaalde volgorde aan de veter rijgt. Met vormen en  kleuren maak je patronen en het herkennen van patronen raakt aan wiskundig denken. Door de activiteit niet alleen te laten gaan over fijne motoriek en kleur-/vormherkenning, maar ook over het maken en herkennen van patronen maak je de activiteit uitdagender voor de kinderen die dit aankunnen.

Kralen rijgen met een uitdaging

Meespelen en vragen stellen

Hier komt de begeleiding om de hoek kijken. Door mee te spelen en vragen te stellen stimuleer je het denken van de kinderen. Je gaat erbij zitten en observeert een tijdje om te kijken hoe de kinderen bezig zijn met de kralen. Sommigen zullen nog moeite hebben met de techniek en hebben daar hulp en aanwijzing bij nodig. Anderen zijn al aan het rijgen en laten jou zien wat ze gemaakt hebben. Je pakt zelf ook een veter en rijgt een aantal kralen in een bepaalde, zich herhalende volgorde:

Rood&rond – blauw&vierkant – rood&rond – blauw&vierkant

Je richt de aandacht van de kinderen op jouw ketting en vraagt:

  • Zie je wat ik heb gemaakt? (dit is een ‘start- of exploreervraag’)
  • Kun jij mijn ketting verder rijgen? (een ‘doevraag’)
  • Welke kraal komt er nu? En wat is dan de volgende? (een ‘denk- of redeneervraag’)
  • Vind je de ketting mooi geworden? (de ‘afrond- & terugblikvraag’)

Geen lesje

Het gaat er niet om om het kind patroonherkenning te leren. Je vestigt de aandacht erop en kijkt dan wat het kind ermee doet. Het kind bepaalt te allen tijde hoe de ketting eruit komt te zien en wat in zijn of haar ogen ‘mooi’ is. Er is geen goed of fout. Het gaat om het samen maken en ontdekken van patronen en daarvan genieten. Als je de smaak eenmaal te pakken hebt zul je overal om je heen samen met de kinderen patronen kunnen ontdekken, de wereld zit er vol mee: op de muur, op het kleed, in de natuur. En spelenderwijs stimuleer je het wiskundig denken en het gevoel voor ‘schoonheid’, dat met het maken en herkennen van patronen gepaard gaat.

Wat een vak! Geniet ervan!

Nieuwsgiering geworden naar meer van dit soort activiteiten? Het boek SPEELGOED staat er vol mee.

Auteur: J. de Lange, Els Feijs

Co-auteur: Kees Broekhof, Fokke Munk, Hans Cohen de Lara

Uitgever: Zwijsen Uitgeverij