Carolina D’Andrea van Smallsteps Langhors heeft net de opleiding Expert Peuters met Ontwikkelingsvoorsprong afgerond. Zij beschreef onderstaande casus.
T. is 2,5 jaar geworden. Hij kan al tot tien tellen. Als T gaat spelen maakt hij altijd een treinbaan met Duplo. Ook maakt hij hele mooie dingen met blokken. De kleur groen, rood en blauw kent hij al. T. kan ook heel goed puzzelen en wel met 30 stukjes.
T. kijkt elke dag naar buiten en ziet iedere keer verschillende treinen voorbij komen. Hij kent ze allemaal.. Als T. heel erg verdrietig is en kan hij heel hard huilen. Praten doet T. wel maar als hij boos is dan is hij echt boos en gaat hij heel hard huilen. Als hij vrolijk is dan is hij echt vrolijk en zie je dat zijn oogjes stralen.
T. komt er al gauw achter dat hij een mooie treinbaan kan bouwen en andere niet. Ook ziet hij dat de kinderen de cijfers 1, 2 en 3 voor het eerst leren. Ook ziet hij dat sommige nog moeten leren puzzelen. Wanneer krijgt T. iets te leren? Waarom krijgt hij niets te leren? Waarom maken de kinderen zijn bouwwerken stuk en zeggen ze dat hij samen moet spelen. T. raakt steeds gefrustreerder en wil alleen spelen. Hij huilt best veel. Wat is er aan de hand met T.? Niets, hij heeft een ontwikkelingsvoorsprong.
T. is bijna vier en kent het alfabet uit zijn hoofd, herkent alle cijfers van 0 tot 10. Ook herkent hij alle letters van de namen van zijn vriendjes, mamma, papa en van zijn broertje. De puzzel met de cijfers, dobbelsteen en vingers zet hij met gemak in elkaar. T. maakt hele hoge ingewikkelde bouwwerken. Een garage, tunnels, metro. Ook kan hij bouwwerken namaken vanaf een plaatje.
Smartgames is voor hem een uitdaging maar al gauw kan hij zelfstandig het spel afmaken. T. praat over de maan. Kent de dagen uit zijn hoofd. Luister als je hem verteld hoe je zijn naam schrijft.
Dan is hij jarig. Hij is vier geworden. Het gaat echt gebeuren. Hij mag naar school. Samen met zijn beste vriend. De eerste dag op school vraagt T. aan de Juf of ze gaan leren lezen en schrijven. Nee, alleen het ABC. Daar wordt T. verdrietig van. Hij kent de letters allang en hij wil dingen leren die hij nog niet weet.
T. is een voorbeeld van een kind die tot nu toe succesvol is in zijn ontwikkeling. T. is leergierig. Bij hem zijn de kenmerken zodanig dat deze herkend kunnen worden. Als T. op een school zit die in hem investeert en de juiste kennis en tools in huis heeft dan zal hij zich goed ontwikkelen en krijgen wat hij nodig heeft.
Maar hoe zit het met de kinderen waarvan het niet direct zichtbaar is? Denk aan de stille meisjes, de ‘stuiterballen’, kinderen met faalangst en kinderen met een scheve ontwikkeling die dus al op peuterleeftijd zich aanpassen aan het niveau van de groep. Deze kinderen worden niet aangesproken op hun niveau. Deze kinderen worden niet gezien en krijgen niet de vaardigheden die ze nodig hebben om verder te groeien. Het worden dus probleemkinderen...
Daarom is het van belang dat er vroeg gesignaleerd word. Als de school weet dat het te maken heeft met een kind met een ontwikkelingsvoorsprong dan kan de school of kinderdagverblijf meteen inspelen op de onderwijsbehoefte van het kind en passend onderwijs en activiteiten bieden.